O. I. C H E P E N. 263 Wy zagen in het eerfte lid dezer vraagdat de drïe-dek-fchepentot het logies voor de manfchappeneene grootere ruimte en diepte hadden dan de kuil-fchepenen dat men teffens in alle omftandigheden in ftaat gefield is door het derde dek, om hun in eene bewogen wordende en verfrisfchende lucht, gezond te behouden. Men heeft op een Jchip met een ge- dekten kuil van 150 voeten een bekwaa- me ruimte, om 520 manfchappen te plaatfen hier onder bevinden zich zoo als op de reeds gemelde kuil-fche pen 32 officiers en 24 gemeenen als be dienden waaronder de bosgieters kabelgasten en boddeliersgasten zyn is 56 manfchap. Tusfchen het eerfte en tweede dek kun nen van deboddelery en voorcajuit tot aan de groote mast 14 bakken volk ge plaatst worden, als 10 bakken volk van 9 en 4 van 8 man, is 122 manfchappen. Tusfchen het tweede en derde dekkun nen 16 bakken volk aan ftuurboord, en 16 bakken volk aan bakboord geplaatst wordenen midden fcheeps bakken volkaan ieder bak 9 manis 342 mandeze verdeeling maakt juist het R 4 ge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 293