276 E. LOMBARD OVER BE Genootfchap de Wetenfchappen (f), en de monchy in zyne verhandeling der fcheepvarenden. Geheld, dat op een drie-dek fel ip en op een kuil-/chip, ter reede leggende, 50 zieken zyn, daar men op den wind en in ftroom zwaait; op het eerfte zyn de zieken geplaatst tuslchen het eerfte en tweede dek, alwaar zy bevrydzyn voor regen, wind en groote koude, door het toeleggen der roosters. Op het laatfte zyn de zieken onder het halfdek geplaatst, alwaar men zich buiten ftaat bevindt, in zo een koud faifoenals in de maand November en December om hun voor regen, wind en groote koude te beveilige waardoor de perfpiratie verhinderd wordt, welker onwaardeerbare nuttig heid genoeg bekend is den geenen welke zich, op eene regelmatige wy- ze, met de herftelling van de verloo- rene gezondheid der menfehen bezig houden (g). De koude der lucht, waardoor het bloed in de longen door de adem ha ling (g) P«2. 274. van dit werk. (F) Pas?. 442, 443 en 444.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 306