290 E. LOMBARD OVER DE
dat de drie-dek-fchepen de nuttigde zyn,
wanneer 'er zich een klein of een groot
getal zieken aan boord bevindende-
wyl zy daar op het best van de gezon
de manfchap kunnen gefepareerd bly-
ven, tot voorkoming, dat de eene den
anderen niet zou helmetten.
De zieken plaatst men tusfchen het
cerfïe en tweede dek: van tusfchen deze
twee eerjle dekken wordt de lucht, die
met hunne uitdampingen, en die der
uitwerpfelen bezwangerd is by aan-
houdenheid op eene merkelyke wyze
bewogen en verwisfeld, door de bo-
ven-luiken, roosters en poorten.
Tusfchen het tweede en derde dek
worden de gezonden geplaatst, alwaar
zy door de altoos openïtaande luiken
een bekwaame lucht ter inademing be
houden, door dat de uitwaasfemende
deeltjes in de bewogen wordende lucht
worden verdeeld en verdund, en ligter
zynde dan de lucht, door de luiken
opftygen.
De lucht-poortjes tusfchen deze dek
ken worden by toelating van het
weêr opengezet: deze nuttigheid tot
verwislèling der lucht is groot, dog eg-
ter zou die nog vergroot kunnen wor
den,