O, I. SCHEPEN, 291 den, door de lucht-poortjes, in plaats van vier, tot agt te vermeerderen. In 't jaar 1772. was op het drie-dek- fchip Europa het getal der dooden wei nig, naar de hevigheid der ziekte, die pestilentiaal was, net geen hier aan het kuil-dekwegens de voordeelige leg plaats tusfchen het eerfte en tweede dek. en aan de verwisfeling der lucht, die daar door bekwaam bleef tot het ina demen, en aan de zindelykheid, als vermogende hulpmiddelen, was toe te fchryven. De genen, die uit hunne ziekte op kwamen wierden voor de weder-in- ftorting beveiligd, door de verplaatfing van tusfchen het eerjle en tweede dek tusfchen het tweede en derde dekby de gezonde manfchapmet aanhebbende kleederendie wel gelucht of gewasfen en gedroogd waren, tot voorkoming van elkander niet te befmettendewyl dat de ftof hunner kleederen uit een meenigte hairbuisjes beftaat, welkers weeffel een aantrekkende kragt der be- fmettelyke uitdampingen bezit. De akeligfte omftandigheid zou hun wanneer het een kuil-fcbip had geweest, getroffen hebben. T 2 Op

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 321