302 w. udemans over de drig de vryheidom deze korteeen* voudige, en zoo veel myn geringe kunde bevat, klaare betooging van de voorgeftelde vraagen, zoo theoretisch, als proefondervindelyk, aanUwelEd. beoordeeling aan te bieden, in hope, dat zy eenigzins van nut, ter verb e te- ringe van Neêrlands fcheepsbouw, moge zyn. De algemeene vraag, door den Wel. Ed. Geilr. Heer radermacher voor- gefield, is, als volgt: Welke fchepenbehoorende aan de Ne- derlandfche Oost Ind. Comp.f zoo van 140 en 150, als van 155 voeten lang, zoo die met een open kuilals met een gedek- ten kuilanders genaamd drie- dekkers zyn in allen deelede bekwaamftenuttig- (leen voordeeligfle voor haar en dienst zoo tusfchen Europa en de Indienals mede in de lndifche zeeën zelve gebruikt wordende Dus deze vraag twee hoofddeelen in zig bevat: als eer it het nuttige voor het levens behoud der menfchen, en het tweede het voordeel van onbefchadigde koop-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 332