O. I. S C H E P E K* 319 „was geteekend l. thomassen Schipper op Damfigc. Hier mede denk ik proefondervinde- lyk te bewyzen het voordeel van een drie-dek, boven een kuil-fchip, in het beter loef houden by den wind zeilen de dewyl het de persfmg van den wind niet heeft mede te deepen, waar aan een kuil-fchip onderhevig is, en dus ftelle een drie-dek-fchip ook in dezen opzigte nuttiger voor a'Ed. Oost-Ind, Maatfchappy is, als een kuil-fchip. Ik gaa dus over tot de befchouwing en de beantwoording der derde vraage. Derde Vraage. Welke fchepen zyn de bekwaamjle by zwaare Jlormenen boogloopende (lort' zeeën Hier moet men befchouwen een fchip in ftormen het daar uit vloeien de gevaar van het leven van zoo veele zielen, en het verliezen van kostbaare ladingen, en dus het groot intrest der Maatfchappy.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 349