O. I. SCHEPEN. 331 borstenzoodanig als ik nog nooit hebbe by- gewoond: ik heb in de VVeft-lndiën den orcaan, en in de Ooft-fndiënden oefent, (een hevige ftorm zoogenaamd) bygewoond, maar ik moet betuigen, dat die beide niet in vergelyking by dezen orcaan geweest zyn s en dat wy hier hebben ondervonden. Wy hadden reeds gerefoiveerd de ftengen te kappendog de uitvoering daar van was onmogelykvermids geen menfch over het Ipefboord konde komen veel minder na bo ven klimmen, wy hebben geduurende van den x9 tot den 26 donder en weer ligt ge had, maar inzonderheid den 2<5 des morgens in de hondewagt begon het met zwaare blixemftraalen en ysfelyke donderfluagende wind zoo aan te net mendat wy naauw- iyks de fok d:e nog byftond konden geborgen krygenvervo'gens vielen 'er geheele klom pen vuur uit de lugten de ftorm was zoo hevig, dat wy een tyd van ?gt uuren by- na geheel onder wrter aan de ieykantlaagen, zoodamgdat wy werk hadden om het met twee pompen lens te houden. Het kwam ons in dezen hoogen nood wel te pasdat wy een toegeftreeken of een drie dek fchip hadden, wy hadden het apparent anders niet afgebragts voor my die nu met beide foort gevaaren hebbe wenfche nooit anders als met zulke fcheepen te vaaren, vooral op zulke vaarwa ters op de Indiën, men moge daar van zeg gen wat men wil''. Het tweede Proefondervindelykbe- wys.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 361