O. I. SCHEPEN. 333
en overloopende zeeën. Die zaak op zig zelfs
is waardog de daar uit getrokken gevolgen
zyn niet waarik zelfs in dat begrip geweeft
zynde bekenne hier heel veel te voorbarig
geweeft te zyn en geoordeeld te hebbende
dadelyke ondervinding heeft my nu over-
tuigddat het dit ongemak niet ishet geen
als zoo fchadelyk voor 's volks gezondheid
wordt uitgekreetenindien anders maar de
waakzaamheid der Officieren plaatsheeft, en
zy zorg draagen dat het volk zig niet met
hunne natte kleederen ter kooy begevenen
bovendien die middelen in het werk ftellen
welke tot weeringvan fcheepsziekten altoos
dienftig zyn bevonden".
Dus ver over het volksgezondheid gaat Zyn
Wel Ed. verder, met een befchry ving van het
fchipin een ftorm en verbolgen zee, dus voortgaat:
Het was op den a2 dier Maand, dat wy,
na eenen ftorm van vier dageneen aller-
vreezeiykften orcaan kreegendie van des na-
middags om vier uurentot de middernagt
duurdehoudende de wind geen ftreek maar
van den eenen hoek na den anderen loopen-
deen met donderblixem en zwaaren ha-
gel verzeld, zetrende dit de zee van beide
zyden zoo hemelhoog op, en vallende met
zoo een vreezelyk geweld aan, van agter en
op beide de zyden van het fchipdat het ver-
fcheide maaien tot over de roofters van het
S, bovenfte of derde dek heen liep, ja dat wy
zomwyl met de roofters aan het water lagen
geen zeil hoe klein ook kunnende bymaken,
dreeven wy op Gods genade, werwaarts de
wind en zee ons voerden tot in de middernagt.
j, Ik