33<S W. UDEMANS OVER DË nemen van zeewater(dan het geen door de verheffing van den wind op iedere ftreek veranderingeals ftof reegen kwr.m over- waayen.) Zoo mede nog eens in de golf van Japan, op den 5, 6 en 11 van Augustus al- hoewel met minder aanfchietende zeeën. De ondergetekende bekent op zyne man- ne waarheid, nooit op 't zoortgeiyke Char- ters te hebben gevaaren, die beter qualitei- ten by alle omftandigheden getoond hebben f, dan deze drie-dekkersen hoewel wy op de te rug reize doorgaans mooy weer hebben 9, gehad, zoo heeft zig nu en dan in de golf en in de ftraat van Formoza wel eens een 9, moeylyke en een aanfchietende zee vertoond, 9, maar wy hebben geen de minfte noemens- waardige werking ofte flingering ondervon- 9, denalhoewel de laading van kopere kastjes 2000 ftuks meer was ofte 242500, als een ,9 ordinaire lading bedroeg. Verder geeft deze bodem den beftierder en den overvaarder alle vergenoegendat van het 9, beste en volmaak tfte fchip kan verlangd werden. ,9 Zoo dat men veilig mooge beiluitendat deze Charters van fchepen van een oneindige meer- aere nuttigheid zyn als de ordinaire kuilfche- penvooral op zulke gevaarlyke vaarwaters 9, van Japan en elders, jadeondergetekende durft na den mensch gefprooken vast ltel en s datin- gevalle zyne onderhebbende bodem, een 9, kuil-fchip ware geweesthy dan het zelfde ongelukkig lot zoude zyn overkomenals het Ed. Comp. Schip Bleyenburg, dat zekerlyk die overfte:pende golven van de ltortzeeënwaar aan

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 366