O. I. SCHEPEN. 3 39
en B. zynde van het befchot van de
conftabels kamer, tot het befchot van
het cabelgat: hier ter plaats moet nu
al het volk logeeren, behaiven den
Bootsman met-zyn maats, die onder
de bak logeeren, zie Fig. i Let. C. zyn
de aanftuurboord zydedewyl de com-
buis aan bakboordzyde ftaat, daar de
Kok en zyn maat logeeren moeten
al verder de jongens van de Opper-Of
ficier en, die logeeren inde zoogenaam
de voorcajuyt onder hethalfdek, men
ziet zulks Figuur i Let, D en voorts be
haiven de Opper-Officierenzyn de
overige manfchappen befloten tusfchen
de hier voorgemelde twee dekken,
het geen op een Compagnies fchip van
150 voet, circa een lengte van A tot
B uitmaakt van 100 voeten, en in het
breedfte van 39 voet, en in de hoogte
van 71 voet. In deze ruimte moet nu
op een fchip van 150 voet, dat bemand
is met 350 koppen, logeerencirka310
2320 man, dog daar zyn dan mede by-
gerekend de Conftabel en zyn maats
alsmede de Ondermeesters, Bosfchie-
ters enz.: want of fchoon deze lieden
in de Conftabelskamer logeerenzoo
zyn zy insgelyks tusfchen de twee on-
Z 2