lugtbuizenter wederzyde van het fchip van binnen tegens boord ge plaatst, zoo als te zien is Plaat 2 Figuur 1Let L. en waar door geen noemens waardige verfche lugt van buiten kan werden ingebragtvoor zoo een ruim- te en voor een groot getal van men- fchenals daar moeten iogeeren. Want by zulken ltormweêr moeten de lugtpoortjesdie ter wederzyde van het fchip in de onderfte fchutgang ko- rren, zie Plaat 2, Figuur 2, Let. M, digt toe werden gedaan, dewyl, by het geduurig flingeren van het fchip, daar zeewater zoude doorkomen tüsfchen deks, alwaar de inanfchappenalle moe ten Iogeeren. De nadeelige gevolgen voor die ar me zielen hier uit voortkomende be hoeven naauwelyks bewys, dewyl de droevige ondervindinge het maar al te dikwils heeft bevestigd. Is men nu in een koud en vogtig cli- maat, zoo als het is om de Zuid, uit dekwaade Mousfonof winter, zoo ont- ftaatuit de natte kleederen, waar mede men van de wagt komende naar tus- fchendeks toegaat, en uit de bedorve- ne lugt, die 'er reedstusfehendeks is T 4 door o. r. schepen. 343 o o o o

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 373