380 B y L A A G E N. water is, en een matige koelte, maar met ftyve koekens en hol water, heb ik ondervonden in 't zelve fchip Vosmaar, in Anno 1766, wan neer ik het zelve op de reis van Middelburg na Batavia als Schipper commandeerde, dat het vreeslyk kampte; zoodanig, datzomwylende ge- heele bak tot de agteikant van de fokke rust onder water dook. Zoodanig kampen deed by gevolg gemelde fchip kerk afdryven alzoo niet het beste fchip om liet van een lager af te haaienof voor klippen en kranden beveiligd te worden. Hieromtrent heeft eea lange kiel veel voor vermits een lang fchip veeltvds twee zeeën beflaat, terwyl een kort maar één zee be- kaan kanalzoo krygt het langke fchip de min- ke gelegenheid tot kampen dus minder in de vaart verhinderd, alzoo dan beter kanloefhou- den, en by gevolg beter is om het van een lager af te haaienen voor klippen en kranden be veiligd te v/orden. In het antwoord op de derde vraag, verkiest zyn Fd. een fchip rret eengedekren kuil, als de beke en bekwaamkeom zee te bouwen, vermits deze geen zwaarigheid hebben van kortzeeën; evenwel (zegt zyn Ed.) mag men op zyn hoede wezen, om het Rookerwerk te fcha'men, of men kan in erger omkandigheden komenals met een kuil fchip; my komt onder verbete ring voor, dat, indien het verzuymd v.ord het Rooker op zyn tyd te fchaJmenzulks geen- zints een gebrek aan 't fchip is, maar wel een plichtverzuym van de geene die het Com- mandeerenen verenderheid dat zulks op een kuil fchip by ontmoeting van kortzeeën verzuymd werd,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 414