386 BYLAAGEN. fchiktfle fchip is in cas van veel ziekenen om het van een lager af te haaien verdient een toe- geftreken dek-fchip niet minder de voorrang ge geven te wordenvermits het niet alleen be- vryd is van het tegenhouden der windtegen het leybcord, tegen de boot en fchui t, tegen het leyboord van boot en fchuit, en de zuiging van den winddie uit de zeilen valten onder 't half dek blyft hangen, daar een kuil-fchip al aan on derhevig is: maar daarentegen, de wind die uit de onderzeilen op het leydek van een drie-dek ker ncdervalt, houd het fchip tegen voor 't af- dryvenof douwt het zelve met een weder- fluitende kragt als te loefwaard op, byna als of het een zwaard onder de ley had. Alzoo moet dan volgendat het minder afdryft als een kuil- fchip, dewyl het veel minder in den voortgang verhinderd word. By gevolg, nuttigeren nood- zaaklyker om het van een lager af te haaien, en voor klippen en ftranden beveiligd te worden. Het fchip Bodtland heb ik in anno 177Ó en 1777 in myn retour van Batavia na herwaards gecommandeerd: Op welke reis wy den 14 A- pril 1777 van een ftorm beloopen werdendie tot den 15 dito duurde, met een vreesfelyke verbolgen zee verzeld, zoodanig hard, dat het kuil-fchip Duivenbrug zyn geheel tuig verboren heeft, en ook na alle waarfchynlykheid veron gelukt is. De overige kuil-fchepenals Men tor, de held Woltemade, de Cornelia Hillegon- da en Blyenburg hebben veel geleeden, en by het ontladen vry wat fchade aan hunne ladin gen bevonden te hebben. Bodtland [zynde een drie-dekker] heeft zich in dezen ftorm in allen op-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 420