DE KINDERPOK JE S. 5
naauwlyks ongefteld niettegenftaande
ik die allen den zelfden eet- en leefregel
enz. heb laaten houden.
Uit deze ondervindingenen ande
ren die volgen zullenmeen ik te mo
gen befluitendat het faizoen 'er weinig
of geen verfchilalthans geen gevaar
aan toebrengten gevolglyk, dat men
kwalyk doet, met de Inenting, om het
zelveuit te Hellenvooralwanneer
de pokken heerfchengelyk ik ook in
dedaad ouders kenne, die zulk een uit-
ftelten aanzien van hunne kinderen
zich te laat beklaagd hebben. Zoo 'er
al iets is 't welk men, betrekkelyk de
luchtgeileldheidin de Inenting be
hoort in acht te neemen is hetdat
men best niet inent, wanneer 'er andere
gevaarlyke Epidcmiën heerfchen. Dat
men echter veilig kan inenten, wanneer
'er eene Epidemie van Kinderpokjes re
geert en dat de konstige befmetting de
natuurlyke niet verzwaart, heeft de on
dervinding, in beide de gemelde Epide
miën ons ook duidelyk doen zien.
III.
De tweede zorgomtrent de Inën-
A 3 ting,