24 L. BICKER OVER boter of wyn heb laaten geevenwaar by ik my zeer wel bevonden heb, E- doch met den h. gel. heer camper (m) willende beproeven, of de dieet wel zoo ilreng behoeft te zynheb ik eeni- genalle dagen, vleesch en boter toege daan en ik meen duidelyk genoeg waargenomen te hebbendat dezen meest alle zieker, koortfiger, meer aan iluipachtige trekkingen onderhevig en voller van pokken geworden zyn dan over 't algemeen zy, die den eerstge- melden eetregel gehouden hebben. Uit deze proeven, gepaard met an dere waarneemingen en byzonder het geval, het welk ik zoo even zal mel den, is 't my voorgekomen voor het goed gevolg der Inëntinge, om de ziekte ligter te maaken en alle onge vallen voor te komenvan zeer veel belang te zyn, dat de maag en dar men byzonder ten tyde der uitbottin- ge, zuiver en welgelteid zyn niet veel te werken hebbenen de eerfte vooral met geene moeyelyk verteerbaare noch ligtrottende fpyzenen de laatften met niet veele drekftoffen gevuld zyn. 9. IX- (m} ZieciMPip, Aaam: overdeIr.ënt.Blgdz. 93,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 460