34 bickeb over een kwartier daarna, hevig braakte, geevende veel gal en teevens uitgeweek te vellen van pruimen over. Ebtrop ftiiden de fluiptrekkingen, en het Ly- dertje bleef afgemat, krachteloos en on* rustig liggen. Des avonds vond ik het zeer koortfig, zonder fluiptrekkingen, maar woelig* fmertelyk en met tanck knerfingen. De wondjes echter Hon den zeer welen op het aangezicht zag ik zeer veele Pokjes uitkomen. Ik gaf het eene eenigzins flaapverwekken- de Emuljiewaar van het des nagts veel en zeer gerust fliep. Den volgenden morgen, den 31 Au* gust us, en dus den twaalfdendag der Inëminge, vond ik het kind veel Deter, zeer kloek, naauwlyks koortfig, en de tong fchooner. De pokjes op het aan gezicht waren mooi gevorderd, en ver toonden zich ook op de armen en han den. Van dezen tyd: af, gong alles naar wensch voorthet kreeg over het ge- heele lighaam zeer veele, doch onder- fcheiden en zeer groote rype pokken, en herftelde volmaakt wel, zonder ee- nig ongewoon toeval meer te onder vinden, waarom ik het niet noodig ach- te

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 470