DE KINDERPOK JE S. 37 ten hun wetenveel gefnoept en moei- lyk verteerbaare dingen gegeeten: 't gene anders kennelyk genoeg was, uit de beflagen tongneiging tot overgee- ven, en kwaade drekdoffen, die het kwyt raakte, waarin men de fchillen van graauwerwtenenz. vond. In weerwil van de aangewende middelen bleet de koorts het kind verzwakken en bragt eene zwaare fprouw voort, waar aan het 12 weeken, na de Inenting, overleed. Men moet, dunkt my, ver- fchrikkelyk panydig zyn, om dit te noemen doorof van de Inenting der ven. Zou men wei zeggen, dat een kind aan de natuurlyke pokjes gedor- ven ware, wanneer het zooveel weeken daarna en na zoolang gezond geweest te zyn, aan eene Koorts overlede? en is het te verwonderen, dat van de 183 ingeenten, gduurenden den loop van een jaar, een kind aan eene andere ziek te fneuveltdaar 'erzonder de doo- den aan de Kinderziekte te rekenen, 'sjaariyks, van de 100 kinderen, bene den de 2 of 3 jaaren, ten minden 25, door andere ziektens derven Cs Ge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 473