'40
de natuurlyke befmetting, een zeer lan
gen tyd eene ftrenge dieet gehouden had.
Twee Jonge Dogters heb ik ingeënt,
eene van 14, en eene van'15 jaaren,
flnet dezelfde ftof, en ter zclver tyd
met nog vier andere kinderen, en eene
jonge Juffrouw van 26 jaaren, iri het
zelfde huis, in welken, de eerde vier
dagen, de wondjes, naar gewoonte,
zich vertoonden en vorderden, fnaar
toen ftaan bleeven, waarna 'er vervol
gens op ieder een kortsje kwamter-
wyl zy over jeukte en pynelyke ftyfte,
onder de oxels, bleeven klaagen; doch
den negenden dag, (wanneer zy my zei
den, een weinig duizelig te zyn, eer.e
ligte hoofdpynen nu en dan huiverin
gen te gevoelen hoewel ik uit den
pols geenc koorts konde befpeuren)
kwam 'er in beidenom de wondjes,
een ovaale ligtroode of roozige kring,
juist gelyk aan dien van eene wel voort
gaande Inëntinge die drie of vier da
gen bleef duurenzonder echter eenige
de minlle uitbottende puistjes of pokjes,
in dezeivenen zonder dat 'er blaartjes
of zweertjes niet pok- of etterftoffé in
de wondjes, of eenige teekenen van uit-
bottinge, over het gantfche hghaam
voor
L. BICKER OVER