46 L. BICKER OVER
éénen van dezen heb ik dezelve behoe
ven te herhaalen, en in allen, in welken
ik dezelve, omdat zy niet gevat had,
herhaald heb, heeft zy, by de tweede
en derde reize, even zoo mm gevat, als
by de eerile, en in deze allen heb ik re
denen en blyken gevondenom vastte-
hellendat zy, in vroeger jaaren, ge
pokt hadden.
XIII.
Ik heb ook getragt te ontdekken, of
menuit de verfchynfelen der wondjes
weeten konde, dat het onderwerp, t
welk men inent, natuurlyk befmet zy,
't gene in eenen tyd, waarin de be-
fmetting heerschtvan zeer veel belang
is. Ik heb ten dien einde verfcheiden
Kinderen, die ik vastheide, dat natuur
lyk befmet waren, met een in pokftof
bevogtigd lancetheekjes toegebragt.
In fommigen gedroegen zich de wondjes,
in alles, als gewoonlyk in de Inenting,
en in dezen vernam ik eerst, den ne
genden of tienden dag verfchynfelen
van uitbottinge, die vervolgens volko
men werd, waarom ik befloot, dat zy,
toen ik hun inentte, nog niet befmet
va-