4B L. bicker OVER hoofdpyn loomheid, en was koortfig; uit al het welke ik voorzeide dat zy de natuurlyke kinderpokjes ftond te krygen't gene ook gebeurdeen alle de wondjes veranderden in waare pok- jes die met de overigente gelyker tyd en op dezellde wyze zwoeren op droogden en afvielen. Geen één van die allen, in welken ik deze proeven geno men heb, is geftorven, fchoon fommi- gen 'er van famenvloeijende Pokjes ge had hebben. Ik heb foortgelyke proeven ook in tien myner Inëntelingen genomen; ik heb naamelyk hen drie, vier, vyt en zes dagen na de eerfte Inenting, en wanneer ik zeker was, dat deze gevat hadde nog eens ingeënten ik heb 'er gelyke verfchynfelen in waargeno men. In drie, in welken ik de Inen ting, den derden, of vierden dag, her vat hadheb ik de tweede befmetting fchielyk zien voortgaan, met de-eerfte famenvloeijen en gelyktydig ryp wor den in de overigen verdweenen de tweede Inentingen zoodra de eerften ryp werdenen veranderden in volko men pokjes. Aile deze proeven heb ben my tevens geleerd en bevestigd, 'tge-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 484