DE KINDERPOKJES. 49 't gene anderen reeds ondervonden hebbendat de Inenting de eerde ge vatte befmetting niet verzwaart en ge- volglyk, d.at men veilig voor de tweede en derde reis kan inenten, wanneer men meentdat de eerde niet gevat hebbe. XIV. Zoodra men zeker is dat de Inen ting gevat hebbetragt menuit de volgende verfchynfelente voorzien en te voorzeggen, of men eene goedertie ren uitbotting en veele of weinige pokjes te wagten hebbe. Het oog van een ervaren Arts maakt, fomtyds reeds vooraf, een gundige voorfpelling daar omtrent, uit de enke le befchouwing der onderwerpen, of wel uit teekenendie hy beter gewaar wordendan befchryven kan. De kleur en vooral de doorfchynendheid van het vel doen my dikwyls eene gemakkely- ke uitbotting en weinige pokjes verwag- ten, cn hierin heb ik de waarneemin gen van den h. gel. heer camper (q) meenigmaal bevestigd gezien. vu deel. D Ai- (q) Zie camper. Aanro, over dê leent. Eladz. 42.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 485