DE KINDERPOKJES. 53 verfchynfels yan befmetting in befpeurd. Om dit alles, fchynt het my toe, dat 'er ook, uit het water, niets zekers tebefluiten, noch te voorzeggen is, als alleenlyk, dat het, pokkig zynde, ge paard met andere teekenen, ons van het aanwezen derzelven meerder verze kering geeft. Veelligt is het dan één van de onderfcheidende kenmerken, die de waare van de valfche pokjes hel pen onderkennen want in ae wind- en fteenpokjes heb ik het nimmer gezien, fctioon ik 'er altoos op gelet hebbege- lyk ik, in dezelven, ook nooit heb waar genomen dien byzonderen reuk van den adem, welke aan de Lyders met de waare pokjes zoo eigen isdat men 'er dezen Ichier blindelings uit kennen zou de. Vooraers heeft my de beÖeffening der Inenting daarin bevestigd, dat het oog, in het waarneemen van deze en voorgemelde verfchynfelengelyk in het kennen der teekenen der meeste ziek* tens, doof de ervarenheid meer en ze- kerer leert zien, dan het immer, door het beste onderwysleeren kan. D 3 S XVI.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 489