54
L. BICSÏR OVER
XVI.
Alleen in twee myner Inentelingen
heb ik dien roqzigen uitflag geziende
welke aan de mazelen of roodvonk
niet ongelyk isen by de Engelfchen
Rascb genaamd word. Voorheen was
dit toeval veel gemeener, dan ik het
thans, zoowel in de praktyk van ande
ren, als. ia de myne, heb waargeno
men;. waarfchynlyk, om dat men, in
de voorbereiding tegenwoordig minder
Xtreng is; ten minde, ik heb lang begree-
pen, dat het een gevolg was van de
langdiiurige en fbrengc onthouding van
dierlykeen het gebruik van zuure
of ligtverzuurende. voedfelsgelyk men
Ibortgelyken uitflag des zomers meeaig-
werf waarneemt in hun, die veel vrug-
ten eetenen. in kraamkinderen wier
Moeders zich eenigen tyd van dierlyke
fpyzen onthouden. Ook was. dat juist
het geval van die twee Ingeè'ntenvan
de eene, een zuigeling, had de Moeder,
en de ander, een Jongman, had, on
der voorneemen van zich te laaten in*
enten, zich een tyd lang, van zoodanige
fpyzen gefpeend. Invoegen de tegen
woordige manier van Incntinge cok in