de kinderpokjes, 59
aangedaan met eene ligte walging
het hoofd zwaarde oogen waren
dof en kwynende e,n de koorts ver-
fchillende en afgaande. Wanneer de
koortzige toevallen hevig warenver
minderden zy niet te-rftond met de
uitbotting, maar zoodra zy verdwe
nen, had men de wederkomst 'er van
niet meer te vreezen.. De uitbotting
gefchiedde gewoonlyk den tweeden
nagt en gong zoo fpoedig voortdat
de pokken den derden nagt of vier
den morgen eene puistige gedaante
kreegen 't geen dezelven gereedelyk
van de Kinderpokjes deed onderfchei-
den, Zy droogden gemeenlyk op den
zesden dag, nogtans heb ik gevailen
gezien, waarin zy, de toevallen he
vig zynde, de pokken groot worden
en met een geelen etter vervuld
ftaan bjeeven tot den zevenden of agt-
ften dagzoodac fommigen dezelven
verkeerdeiyk aangezien hebben voor
Kinderpokken en 'er flof van geno
men hebben om in te enten. Eene
dergelyke dwaahng heeft veelligt fom
migen doen geloovendat zy wezen-
lyk de Kinderpokjes tweemaalen on
dergaan hebbendaar xnisfehien gee-
ne