DE KINDERPOKJES. 65
Laat ik hier byvoegen, dat, langs de
zen wegde Inenting en andere waar
neemingen my geleerd hebben, dat 'er
zeer veele menfchen zyn, die zich in
beelden nooit gepokt te hebbenen
die echter de waare pokjes in hunne
kindsheid wel degelyk gehad hebben.
Verfcheiden gevallen heb ik, in de
twee laatfte Epidemïénen reeds in voo-
rigen, gehad, en ik kan 'er my zulken
meer dan vyftig herinneren van huis
gezinnen waar in eenige kinderen
zwaar aan de kinderpokjes lagen en
waarin eenof meer anderen fcheenen
vryteblyven, doch, in welken ik, op
deze zaak bedagt zynde, of kennelyk
de uitbottingskoorts heb waargeno
men zonder eene opvolgende uitbot
ting of by welken ik door een oplet
tend onderzoek, op bedekte plaatien,
eenige weinige, hoewel wezenlyke pok
jes gevonden heb. De zulken heb ik
voor eene nieuwe befmetting onvatbaar
verklaard, en om de Ouders, die zulks
niet gelooven konden en zelfs die pok
jes niet eens zouden opgemerkt hebben,
daarvan te vergewisfenheb ik eenigen
van die, te gelyk met anderen, welken
'er de pokjes van kreegen ingeënt
viu deelE zon-