Aan dit bevel gehoorzaamde by maar weinig dagen geduurig vond ik hem in liet zelfde vertrek, en allengskens min der bevreesd wordende at en dronk hy met hun aan dezelfde tafelen fpeel- de en verkeerde fchier den geheelen dag met hun vier weken kon ik reke nen dat hy in eene pokkige lugt ge leefd haddezonder eenige teekenen van befmettinge te ondervinden. Zien de toen dat hy gezond genoeg was, nam ik uit de pokjes van een dier inge ente kinderendewelken groot en in vollen zweer Honden, een goeden drop pel etter, bragt dien op zyn ontbloo- ten bovenarm, meenende, dat de huid daar het gefchiktHe zyn zoudeom de Hof op te florpen en liet denzelven daar een half uur liggenwanneer ik zelf den etter, met warm water, afwas te. Vervolgens negen volle dagen ge- wagt hebbendezonder eenige blyken van eene plaatfelyke, of van eene alge- meene befmettinge in hem te ontdek ken entte ik hem inop de gewoone wyze. Den volgenden dag kon ik zien, dat de Hof gevat haddede wondjes gongen geregeld voort, zonder eenig ongewoon verfchynfelen hy kreeg op "JO L. BICKER OVER

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 506