de kinderpokjes. 71 op den gewoonen tyd, eene zeer goed- aartige uitbotting van veelegroote onderfcheiden pokken, en werd geheel gezond. Ik heb naderhand van dezen aart nog twee proeven genomenen wel met denzelfden uitflag. Geweldig bedrieg ik my indien deze proeven en de bygebragte waarneemingen niet kragtdaaüig bevestigen de befluitendie ik gefteld heb dat 'er uit moeten ge trokken wordenmaar doen zy niet te vens duidelyk zien't gene ik elders be weerd heb (c), dat men geen recht heb- beom de Inenting te befchuldigen dat zy de befmetting zoo ligt verfprei- de, vergroote en verlenge, als men ge- meenlyk ftoutelyk verzekert enzonder onderzoek, voortpraat? Maar het geen ik hier bewyzen wil, heeft men in Frankryk nog veel verder getrokken. De Heer paulet heeftniet lang gele den beweerddat de Lucht nimmer de fmetftof der Kinderpokjes over brengt. De redenen nogthans, die hy daartoe aanvoertfchynen my minder E 4 ge- (c) Zie myn Vertoog over de voornaamfte re denen, welken de ingezerenen van ons Land tot nier toe van de Inënting der Kinderpokjes weder- noudenBladz. 3650.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 507