88 L. bicker OVER deeltjes, in onze vogten eene oneigen, of vreemde en fcherpe floffe zynde, door het gevoelig hart- vaat- en zenuw- geflel te prikkelenop de gemelde da gen die Koorts verwektwelke men UitbotiingüoortsFebris eruptivafive eruptiontsnoemt, om dat de uitbotting der pokjes 'er gewoonlyk mede gepaard gaatof 'er onmiddelyk op volgt. XXII. Dat derhalven deze koorts, by wyze van eene ziektefcheiding, (Cr/- Jis) die pokgifiige deeltjes, naar de uit wendige oppervlakte van het lighaam voert, en aldaar dezelven in de huid nederzetom uitbottende omfteekenit pokpuistjes en vervolgens zweerende oj etterende pokjes te verwekkenen op deze wyze onze vogten 'er van ont- heft. XXIII. Dat echter, ten zei ven tyd, eene meenigte dier pokdeeltjeszonder zich in de huidof elders nedertezet- tenuitwaasfemenzynde kenbaar door eenen byzonderen reuk, of met de pis, drekftoffen, kwyl, of door andere ontlastingenuit het lighaam uitgaan. XXIV. Dat gevolglyk No. 21 de grootheid der uit botting koorts voornaa- inelyk in reden is van de meerdere, oi

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 524