DE KINDERPOKJES. 91 giftuitwendig door de huid aange- bragt, eene geringe pokgisting fchynt te verwekken, No 20. XXX1IL Dat de Inenting de ziekte der Kinderpokjes meest altoos ligt en goedaartig verwekten diensvolgens dat het pokgift, niet uit eigen aart, de ziekte zwaar en gevaarlyk maakt. XXXIV. Dat hierin No. 32 en 33, geen verfchil maakt de hoeveelheid der pokftoffe, uitwendig, door de huid aan- gebragt; en dat overzulks de meerde re pokgisting No. 20 hiervan niet fchynt aftehangen. XXXV. Dat volgens No. 32—34. in de natuurlyke befmettingveele fa- menvloeijende en kwaadaartige pokjes voortbrengende, dit niet van den eigen aart der pokftoffemaar gedeeltelyk van de eerfte plaatfelyke befmetting No. 15 en 16 en gedeeltelyk van andere bykomende oorzaaken fchynt voortte- komenNo. 27. XXXVI. Dat derhalven in de na tuurlyke befmetting, de eerfte plaatfe lyke befmetting No. 15 en 16, met an dere bykomende oorzaaken No. 27 fchynt famen te werken, om eenegroo- te«

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 527