DE KINDERPOK JES, 93 hunne fcherpte, en de pokken zelve, in de uit-en inwendige deelen No. 22 voortbrengen. y Van de meenigte van pokgiftige deeltjes, en pokkigenetter, welken, om dat de natuur die niet naar buiten heeft kunnen ontlasten, in het bloed zyn, blyven hangenof weder opgeflorpt en dan op inwendige deelen in de her- fenen, longen, buik-ingewanden, enz. zich nederzetten. Van de meenigte rottige, fcher- pe, uitwaasfemende floffen, die in het bloed te rug keeren en hangen bly- ven, omdat de uitwaasfemende vaatjes, door het groot aantal van pokken, welken de huid bezetten, meestal ver- ftopt zyn, en dus de uitwUasfeming grootelyks belet is. Waarby men misfchien voegen moet de vaste lucht, die, door de pok gisting en rottinguit onze vochten ontwikkeld is't welk men uit de blaa- zigezugtige zwelling van de oogen het aangezicht, handen, enz. fchier be- fluiten zou. XXXIX. Dat derhal ven die toeval len, No. 37, niet zoo zeer zyn Symp- tomata caufae vel morbïmaar Sympto- ma-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 529