94 L. BICKER OVER mata Symptomatumgelyk de ziekte- kundigen fpreeken. XL. Dat volgens No. 23 in allerlei- je maar vooral in veele famenvloei- jende en kwaadaartige pokkende vrye uitwaasfemingde buikloop in kinde ren, en de kwylingin volwasfenen, zeer heilzaame Critifche ontlastingen zyn, voor zooverre zy eene ireenigte van pokiloffige en andere fcherpe deeltjes uit het lighaam uitvoeren. XLI. Dat hierom de opftopping dier ontlastingen in veele famenvloeijen- de, kwaadaartige pokken, de ziekte zeer gevaarlyk en niet zelden doodelyk maakt. XLII. Dat, omdat alles No. 32— 41. het gevaar en de doodelykheid der ziekte, volgens sydenhams wel beves tigden regelvoornaamelyk in reden is van de veelheid der pokjesen gevolg- lyk No. 3126 en 24, van de groot heid der pokgisting ISo. 20. XLIII. Dat echter de ziekte, fom* tyds met weinig pokken doodelyk is; 't welk derhalven van de eerfte plaatfely- ke befmetting No. 16 of van de ne derzetting der pokgiftige ftoffen op ede- lerdeelen, No. 38, of van bykomende oor-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 530