$6 L. BICKER OVER my, voor kundige Geneesheeren te ken baar, dan dat ik my, met zulks te be* toogen, vermoeijen zoude. Dezelven verder uktebreiden, te verklaaren, te bevestigen en toetepasfenacht ik even onnoodig, behalven dat zuiks een ge heel boekdeel vereisfchen zou. Zy be vatten in zichmeen ikde gantfche Leer der Kinderpokjes, ten minden de kennis van derzelver naaste oorzaak, natuur werkinge toevallen en gevol gen even daarom ook den grondflag van derzelver geneeswyze. De kennis alleen van de oorzaaken, welken deze ziekte dikwyls gevaarlyk, doodelyk, of voor de gezondheid verderflyk maa- ken, fchoon 'er mede in opgeflooten, vordert en verdient een nader onder zoek en meerder opheldering. XXII. Aan deze kennisfe hebben de Ge neeskundige Beoeffènaars der Inëntinge ook niet weinig licht bygezet, door de reden, oi redenen optezoeken, om wel ken de ingeente Kinderpokjes genoeg- faam altoos zoo veel minder in getal, goedaartiger en minder gevaarlyk zyn, dan

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 532