DE KINDERPOKJES. 103
ting uitwendig door de huid gefchied
was, fomtyds op eene plaats, waar de
huid gekwetst, gebrand, of anderzins
beledigd was, doch dikwyls op eene
plaats, waar de huid heel geweest was,
en voornaamelyk in het aangezicht, zel
den op twee plaatfen, in denzelfden
Lyder; in alle welke gevallen, volko
men dezelfde plaatfelyke verfchynfelen
zich opdeedenals in eene konllige be-
fmetting, te weeten, eene vry groote,
doch platte zweerende puist ol blaar,
met dunne, of dikkere etterllof gevuld
en met eenen ontdoken kring omgee-
ven. De oude vrouwen zyn gewoon
deze puisten Foorpokken en Moerpokken
te heetenwaarfchynlyk uit het begrip,
dat zy de pokken voorgaan en voort
brengen dan in verre de meesten van
deze gevallen, heb ik zeerweinige en
zeergoedaartige pokken waargenomen.
Meermaal heb ik ook zekerheid
genoeg gehad, om vastteftellen dat
de fmetltof, met de doorzwelging vant
de lucht, of vpedfels, in het lighaam
gebragt was, en in den mond, flok-
darm, of maag, eerst eene plaatfelyke
befmetting veroorzaakt had. Verfchei-
den reizen heb ik dezelve duidelyk ge-
G 4 zien