ri04 li bicker over
zien aan het gehemelteen aan de eene
of andere zyae van de keelin kinde
ren, in welken ik de natuurlyke kinder-
pokjes wagtteom dat 'er een of meer
van hunne broedersof zusters ziek aan
lagen, en die allen gaven dan ook eenr-
ge dagen te vooren te kennen, dat zy
pyn in den mond, of keel hadden. Ee«
nigen van dezen hebben de ziekte maa-
tigen anderen zwaar gehaddoch al
len met eene groote moeilykheid in de
doorzwelging, eenefchorre ftem, en min
of meer benaauwdheid in de ademha
ling. Twee kinderen heb ik behandeld,
che verfcheiden maaieneer men het ont
dekte, het water en melk gedronken
hadden, waarin de Moeder het doekje,
met het welk zy de pokkige oogen
van andere kinderen bette, had gedoopt
en laaten liggen. Beiden hebben zy vee-
Ie, doch afzonderlyke pokjes gehad, en
met geen ander buitengewoon toeval,
als eene byzondere pyn voor 't hart,
gelyk men zich gewoonlyk uitdrukt, en
eene langduurige braaking. De baron
van swieten (n) meent, dat, ook in de-
ze
(n) Cmmntt in H, Boerbaave Jlfkor. Tam. K fl»
41.