rïo£ l. bicker over dat de lucht zulks nimmer doet; doch dit te (lellen, is, dunkt my, wonder- fpreuken ftaande te houdendie het ge tuigenis der onfeilbaarfte zintuigen, 't gezigt en den reuk, en dat der onder vinding regelregt tegenfpreeken. mead, werlstoff, viOLANTE, en eene mee- nigte andere Geneeskundigen hebben, by de opening der Lykenzoowel de longen, als andere ingewanden, met wezenlyke pokken bezet gevonden; terwyl martiner, lobb, en anderen, door ontwyffelbaare waarneemingen ge toond hebben, dat de fmetftof, door de uitwaasfeming uit het lighaam uitge- dreevenmet de lucht overgevoerd word, en, op verre afftanden befmet, gelyk van swieten (u) dit omftandig vermeldt; wiens'gevoelen my daarom te meer verwondert; behalven, dat ook de reedendie hy 'er van geeftdat naamelyk de fnelle omloop des bloeds, door de longenen de groote uitwaasfe ming derzelven, de aanhanging der fmetftof weeren zoumy zeer gezogt en onvoldoende voorkomt. Althans in verfcheiden Kinderen, van welken ik vast- (u) Comment, in H. EOER-IAAVE Jlpher, Tom. V( 140, 166et «liis in loc is.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 544