kleurige., fomtyds zwartachtige, vast- hangende korstdie menals een dood velmet geheele lappen, kan affehciden. Niet zelden heb ik, in deze gevallen, zoowel als in diewaar eene Rotkoorts de pokken verzelt, de blutschvlekken waargenomen. Doorgaans zyn deze lyders, eenige dagen voor de uitbot ting, neerflachtiggeesteloos, druilen de, ligthoofdigvermoeid, koortfig, zonder dorst, of hitte, de pols flap en rad, het aangezicht bleek en ingeval len, de pis bleek en dun, de tong droog, wit, met een geelen rand, en op 't laatst komt 'er eene geduurige neiging tot braaken, en, onder de uitbotting, zeer groote benaauwdhedenen die al- lerhevigfte rug- en lendenpyn, welke de ervaren Geneeskundigen altoos voor een zeker voorteeken van kwaadaartige en gevaariyke pokken gehouden heb ben. Eene by zonder e gevoeligheid van het zenuwgejlel. Dat de zenuwen in de Kinderpokjes eene zeer groote rol fpee- lendat het pokgift dezelven geweldig prikkelt, en dat deze prikkeling, byzon- der, wanneer zy gefchiedt op zenuwen, die met de ieevenswerkingen een naauw }i 2 ver- DE KINDER FOKJES. 115

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 551