DE KINDERPOKJES. I!7
plaats van deze ziekte in de zenuwen
fteit, en 't is, uit dit beginfel, dat hy
verklaart.waarom de vrees en de angst
zoo eigen aan dezelve zyn, en het ge
vaar 'er vangelyk de ondervinding
leertzoo zeer en zoo dikwyls ver
groot.
s, Eene gefchiktheid tot ontjleeking-
koortr, eene volbloedigheid naamelyk,
vooral drakke vezelen, met een dik,
zwaar bloed. De waarneemingen der
Geneeskundigen leeren eenpaarig, dat,
in menfchen van zoodanig eene gelleld-
heidde ziekte der Kinderpokjes ge-
woonlyk zeer zwaar en zeer gevaariyk
is, en de ondervinding heelt my dit ook
meer.igvuldigmaalen Qoen zien. Door
Ge prikkeling van het pokgift ontftaat
'er, in dezulken doorgaans eene ge
weldige cntdeekingkoortsgevolgd van
zeer veele en dikwyls lamenvloeijende
pokjes, over het grootde gedeelte van
het lighaam, welken, door hunne plaat-
felyke ontdeekingen van de huid, die
koorts zeer verzwaaren, en het bloed
nieer ontdeeken; terwyl dan veelmaa*
jen het dikke, taaije, ontdoken bloed,
in de longen, keel, hersfens, of andere
ingewanden, verdopt raakcnde, ver-
H 3 flik-