132 L. BICKER OVER getal van pokken verwekt. XXI, 34. Misfchien moet, met fommigenhet daarin zoeken, dat het pokgift, ge mengd, of omwonden met etter, hoe danig men tot de Inenting bezigt, niet zoo werkfaamzoo fcherpnoch zoo venynig is, als het zelve vereënigt met de rottige, fcherpe ftoffe der uitwaasfe- minge, waar door de natuurlyke be- fmetting gewoonlyk gefcbiedt. Deze meening, die de Heer tralles (z) reeds voor vyftien jaaren heeft voorge- field, heeft bouteille (a) een Fransch Geneesheer, onlangs, als nieuw, voor- gedraagen en door verfcheiden redenee ringen vry waarfchynlyk gemaakt, fchoon niet van alle tegenbedenkingen ontheven. Veelligt moet men zuiks, met anderen, daar aan toefchryven, dat de ingeente pokllof, niet ais de huidzenuwen prikkelende, weinig, of geen beroering in de dierlyke en lee- venshuishouding, en dus weinig ofgeen koorts verwekt. XXI, 14 en 37- Dit althans is zeker, dat de uitwendige befmetting, daar door de ziekte onein- (z) Disfert. epist, de Method. Medendi Variolisktf te ma cognitafaepe infuffcienteetc. paS' (a) Journal de Medicine etc Juin. 1776- png. JM-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 568