45° J- B I C KE R over huid., of teekenen van eene verhinder de uitwaasfeming vond, door zagte, zv/eetverwèkkende middelenmeerdere dekking en warmteeen izigtbaar voor deel .heb aangebragt, de uitwaasfeming herileld de benaauwdheid weggeno men., de uitbotting en kwytlmg bevor derd. Door zulke ondervindingen ge leerd, heb. ik naderhand alle my ne Ly ders, in welken ik eene .uitbotting van vede, en van 'famenvloeijende pokken .waarnam vopr de aandoeningen van eene groote en ïchielyke koude, e;n voor togten bewaard, docli tevens zoijg gedragen', dat zy altoos eene verfche lucht inademdenengelyk my de on dervinding Het voordeel dezer handql* wyze in eene mccnigte Lyders heeft döcn zien, raoo zyn 'er ook, dunkt my, veele gewigtige redenen d-ie dezelve goedkeuren. ?t Is buiten tegenfpraak, dat een lighaamin het welk eene koort- fige hitte plaats heeft, ten uitterfte vat baar is, ofndoor eene fchieiyke on groote koude, eene belette uitwaasfe ming te krygen y 't is niet minder ze ker, dat in een lighaam, dat grooten- deels met pokken bezet is, de uitwaas feming reeds merkelyk verhinderd is:

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 586