de kindekpokjes. ï53 deze ziekte te hebben aangewezen, Quo magis ergo perfpirabilis est cutis eo melius ceteris paribus et centra Niet zonder grond heeft men hiervan ook afgeleid, dat de wilde Indiaanen van Noord Amerika, die gewoonlyk hunne huid geheel met vet fmeeren naakt gaanmeest in de openlucht lee- ven en zelfs in de rivier zich dompelen of zich met koud water wasfchen, als zy, door de Kinderpokjes, aangetast wordenmeest allen aan deze ziekte lneuvelen; terwyl de Afrikaanfche flaa- ven, die misfchien meer uitwaasfemen, dan eenig ander volk ter waereld, die ziekte doorgaans zeer ligt en goetaartig hebben. Laat ik hier byvoegen, dat het koud water drinken, hetwelk ik, met anderen in meest alle de gevallen van deze ziekte nuttig bevonden heb, vermoeöelyk ook daardoor zoo voor- deelig is, dat het de uitwaasleming be vordert en zelfs doet zweeten. Maar wie daarenboven weet niet, dat het niet zoozeer eene koudeals wel eene vrye verfche lucht is, die in de heete ziek- tens het meeste nut doet? celsus (1) K 5 heeft (i) L. JU. Cap. 7. pa£. 143.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 589