154 bicker over
heeft op het net van zoodanige lucht,
in heete koortfen, reeds aangedrongen,
en fchynt echter te gelyk voor dé uit-
waasfeming bezorgd geweest te zynut
ampfobeval hy, conclavi teneatur ae-
ger, quo multum et purum aêrem trake
re posftetneque rnultisvestimemitJ}ran.
giUanéus, Jed admodum levibus tantum
velandus. En wien is het -onbekend,
dat in de gewoone warme broei jen de
behandelingdie ;de Lyder-s in heete be
goten kamers, onder het gewigt var
dekens, verflikt, het' meest de gfoóte
broeijende hitte en vooral de kwaade
lucht-is, welke hen doet omkomen
Ik zou meer redenen kunnen bybren-
genmaar ik meen genoeg gezegd te
hebben, om te doen zien, darde bloot-
llelling der Lyders aan de koude, in
fommige gevallen der K-i-nderpokjes
zeer nadeelig en verderfelyk is.
Men zal niet vraagendenk ikwaar
om zy niet te min a an den ingcè'nten zoa
algemeen voordeelig zy? Een ieder
begryptdat het gevaar van eene belet
te iiitwaasfèming onder de Inenting niet
zoo grcot zyn kandaar deze meest al
toos zoo een gering getal van pokjes,
en naauwlyks koorts verwekt, en de