164 lbicker over ren, met die van or zen tyd, vergely- kende zou men fchier befluiten, dat deze kwaal tegen het vermogen der Konst haare kwaadaartigheid verdub beld, en zoo veel grootere flachtingen aangerecht hadde. II. Dat men het gebruik dier mid delen in deze ziekte niet zelden te on bepaald aanpryst of afkeurt, of wel niet genoeg onderfcheidt de verfchillende omftandigheden en tydperken derzelve, in welken zy voor- of nadeel doen. 'tls hiervandat een tralles tissot en anderen naar myn inzienzoo veel te weinig nut aan het Opium toekennen, als een Sydenham en huxham 'er ze- kerlyk te veel aan toefchryven. Medio tutisjimus ibis. En dit zelfde heb ik van de Kinade laatingde fpaanfche vliegen de buik zuivering enz. even waar bevonden. III. Dat in de behandeling dezer ziekte dikwyls het beste geneesmiddel en de grootlte kunst beftaat, in geene of weinige geneesmiddelen toe te die nen althans dat men 'er merkelyk min der geneesmiddelen in noodig hebbe,

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 600