I Bo J. VEIRAC OVER DE VERN A AU WIM G Jaaren voor den dood. De gefleldheid des darms en van de maag gaf geene 200 kort te voeren veroorzaakte, ver enging te kennen. Het verdient echter opmerking waarom de darmen boven het verengde Colonniet zoo wel als de maag uitge zet waren. Als ik in het gisfen voor deel vond, zou ik vraagen of deze, zich telkens per conjenjum fpasmodice vernaauwendedoor een omgekeerde motus periflaltkus de voedfels in de maag hielden 4. Het is niet altyd waar, dat, eene Nier afweezig zynde, de andere, bene vens haare pisleider, door eene meer dan gewoone grootte het gemis van dat Ingewand vergoed. De Nier was in ons voorwerp wel groot en de Ureter wyd, doch niet meer, als men fomtyds in lyken waarneemtdie twee nieren hebben. 5. Dit geval behoort tot de Waar neemingendie bewyzen, dat in de Nieren lleenen kunnen huisvesten, zon der dat zy door pyn of andere toeval-

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 616