l88 N. G. OOSTERDYK OVER EEN
inwendige middelen geen kans was, en
de uitgezogtfte antispafmodica zelfs
de doordringende aether Frobenii uit
wendig toegediend niets holpen.
Eindelyk, evenwel door een onver
moeid aanleggen en geduurig vernieu
wen van een pap uit wit brood met
warme zoete melkmerkte ikdat iets
minder van het ingenoomen vleeschnat
wierd opgeworpenen dat dag by dag
al iets meer inbleef, mits dat (het geen
zonderling was) het vleeschnat zeer
heet en met Citroenfap zeer zuur ge
maakt ingegeeven wierdtot dat de
zwelging allengskens gemakkelyker
werd, en de zieke nu en dan iets
meende te voelen dat op die plaats
naar beneeden zakte, (zonder dat even
wel zig iets in de excrementen ontdekte
zoo dat 'er geen andere reeden zy,
dan om aan eene ongelyke remisjie
van eene famentrekking of aan flym
door deeze veroorzaakt te denken) en
zyalle toevallen verdwynende
Ichoon zeer verzwaktbegon te her-
ftellenhebbende egter lange behouden
eene merkelyke verltyving in de linker-
dye en het linkerbeenen in tegendeel
eene groote verflapping in de banden
van