I$6 n. g. oosterdyk over een
om te gelooven dat de wyze van
geneezing der heete ziektendoor
boerhaave en sydenham op het voef-
fpoor van Hippocrates gevolgd, door
dilueprende middelen voor een groot ge
deelte daarom zoo dienftig zy, om dat
daar door de Jpaunodicque conjlrictien
de refolutie der ontlleekingen zoo mer-
kelyk verhinderende, gelukkig worden
weggenomen: Wy maaken doorgaans
te weinig onderfcheid tusfchen eene ten
gere en eene flappe gelteldheid der vee
zelen en durvengemerkt de zwak
heid van het lighaam, welke in beide
gevallen plaats heeftin geene derzel-
ven verflappende middelen geevendog
dikwerf te onrechtin flappe geitellen
(dit ziet yder) verbied het zig zelfdog
kunnen wy tengerheid der vaste dee-
len in llapheid veranderendikwyls
zullen wy in het geneezen van krampen
nitneemend vorderen. En fchoon deeze
geneeswyze niet altyd te pas komt, en
de zoogenaamde antihyjlericaen anti*
Jpasmodica uit fuccinum, Castoreum enz.
niet moeten verworpen worden, is aan
den anderen kant de manier van pom-
me, die het in en uitwendige gebruik
van weekmakende en verzagtende mid-:
de: