200 N. G. OOSTERDYK OVER EEN kunnen verdraagenmaar braakte het zelve voor 't grootfte gedeelte vry ge- makkelyk en wel ras naa het gebruik weeder uitmet een ongelooffdyke meenigte fiym de ontlasting van af gang was zeer traaghy klaagde door gaans over een ligte pyn van de navel tot de lendenen zig uitftrekkendeen over een gevoel van eenige belemmering in het epigastriumde pols was traag en zwaknet lighaam droog en zigtbaar vermaagerendehy had te gelyk aan de linker zyde een Ofcheoceledog welke zig door den ongemeen wyden ring zeer gemakkelyk liet inbrengen, maar ook weeder by de minfte beweeging van het lighaam uitglipte, uitgezondert omtrent zes weeken voor zyn dood wanneer deeze breuk, of fchoon de ly- der geen band droegnimmer te voor- fchynkwam: Ontbindende middelen, zoo zagtere als fterkere, en onder dee ze bittere openende en teffens maagver- herkende, 't zy in- 't zy uitwendige, deeden hier niets(Alleen was het op- merkelykdat hy pillen uit bittere ex tracten zeer gelukkig inhield zonder dat men bemerkt heeft, dat hy d e ooit overgaf) zetpillen en lavamenten fchee- ïien

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 638