MOEILYKE DOORZWELLING. 20$ pylorus merkelyk geflremtdaar egter de cardia ook vernaauwt was Zoo is het, maar de oefophagus was voor verre de grootfte helft gezond, en konde de doorgeflaagen brok en teug naar benee den werken maar wat konde de ver dikte maag doenom de Hof welke de zelve inhield naa den pylorus en daar door te werken? dit leert ons, dat eenï- ge vernaauwing in den oejophagus om trent de cardia zoo het overige van dat canaal gezond is, en kragten ge noeg heeft, de doorzwelling niet altyd geheel ftremt. 2. Hoe hier eene brakingen wel ee- ne vry gemakkelyke hebben kunnen plaats grypen De zwaarigheid ligt hier in s hoe het moogelyk zy, dat daar de zelf- Handigheid van byna de geheele maag zeer verdikt en vereelt bevonden wierd, en dit ingewand dus eene ongedeldheid verkreegen had gantsch ongefchikt tot een irritabïUteithetzelve zoo ligtelyk aangedaan werd, en hoe het zig verder hebbe kunnen famentrekken ter uit werping van 't geene het in zig bevatte- de als meedehoe dee ze ontlasting Zoo gemakkelyk toeging, daar de car dia ook vernaauwt wasIk beken gaar ne

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 641