S 7-
Reeds in 't Jaar 1714. heeft de Heer
GEOFFROYde voornaamfte byzonder-
heden omtrent den oorfprong, aart en
eigenfchappen van de Gomlak, in
eene Verhandeling aan de Koninglyke
Franfche Akademie der Wetenfchap-
pen medegedeeld (b), met dat verfchil
nochtans, dat hy geen afbeeldingen
nog van de Gom nog van de Infekten
daar heeft bygevoegd.
8.
In deeze Proeven heeft zyn Ed. ook
vcornaamlyk gebruik gemaakt van de
Gomlak aan ftokjes, en by de ver
breeking derzelver, heeft hy de Tak
jes ter plaatze daar de Gom had vast»
gezeeten, volkomen glad en zonder het
minste merkteeken van ontlastplaatzen
voor de Gom bevonden; omtrent wel
ke Waarneeming hy zegt, met die van
Pater Tachard, overeen te ftemmen (c).
(b) Memoires de PAcaddes Sciences 17M' P' *5^»
(C) lbid, Ij8.
232 E. P. SWAGËRMAN OVER DE