insekten in de gomlak. 237 ren, die Raatwyze holtens, in welken Infekten geplaatst waren, gevonden, met dat verfchil nochtans, dat ik die regelmaatigheidwaar mede zy door den Heer ledermuller zyn afgebeeld daar in niet ontdekt heb. Dit kan ook niet wel anders zynwant deeze zo ge naamde Raat, is niet anders, dan een natuurlyk gevolg van de Infekten wy! de Gomin haaren flaat van vloeibaar heid, zig rondom de Infekten heeft moeten bepaalen, waar door zy dan, ten minsten na genoeg, dezelve ge daante heeft moeten krygen, die de Voorwerpen hadden. Wanneer nu de Gom gedroogd is, en het Infekt daar word uitgenomen, dan blyven die zo genaamde Praatachtige holligheden o- ver: maar zy zyn daarom evenwel geen konstgewrogten van die Dieren, maar alleen een toevallig of natuurlyk overblyfzel. Na dat ik door de ver breeking daar verlcheiden Infekten had uitgehaaldheb ik drie derzelven in een glaaze buisje gedaan, en een half dragme Moutwyn daar op gegootenin een foortgelyk buisje, deed ik ter hoog te van een vinger breed klein gebroo- ken Gomlak, die ik zo veel doenlyk

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 677