240 E. P. SWAGERMAN OVER DE Van deeze Infekten heeft geoffroy ins- gelyks gefprooken, maar geen afbeel dingen gegeven 10. l9* Van de in 17. gemelde Infekten, welken reeds lang in Moutwyn hadden gelegen, en waar van fommigen door dat vogt fterk waren uitgezet, nam ik 'er één die vry fterk gezwollen was tot myn onderzoek, my vleijende, daar aan die ringwyze verdeelingen, door den Heer ledermuller, Tab. 30. Fig. g. c. k. n. o. p. afgebeeld te zullen vinden; doch ik ontdekte niets dan ee« ne gladde en bolle oppervlakte zonder wyders. Vervolgens opende ik hetzel ve onder het Vergrootglas naar de leng te, en toen de zydelyke deelen van ei- kanöeren verwydende, fcheurde het lighaam door deszelfs hardheid van één. Hier op vloeide het daar in opgehouden vogt weg, en bragt daar door tevens ee- nige der daar in opgeflooten zespooti- ge Inftkten 18. ten voorfchyn, zyn- de rood van kleur. Ik oordeelde toen met rede, te mogen beüuiten, dat de meermaalen genoemde lighaamtjes.

Tijdschriftenbank Zeeland

Archief | 1780 | | pagina 680